De Vereniging Consumentenbelang Autorijbewijs (VCBA) waarschuwt dat de kosten voor het rijbewijs na volgend jaar zullen stijgen tot bijna 5000 euro per persoon. Al twee jaar doet consumentenbelang onderzoek naar misstanden, oneerlijke handelspraktijken en zwendel bij het CBR. Het zelfstandig bestuursorgaan wordt door VCBA aangewezen als grote boosdoener. “Het CBR bemoeit zich al jaren onrecht met de rijopleiding en slaat door bij zelfbedachte opleidingseisen voor de de examinering. Dat de rijopleiding, die het CBR afdwingt via een angstcultuur onder rijopleiders, zou bijdragen aan een hogere verkeersveiligheid is een fabeltje. Dat is althans wat de hoogste ambtenaar van het ministerie heeft gezegd in een tv-programma.”
[tekst begint onder video]
‘Nu al zien we een stijging van het aantal jongeren dat zonder rijbewijs achter het stuur kruipt. Wij verwachten een explosieve groei van dat aantal richting 2030 en wijten dat vooral aan het beleid van Alexander Pechtold en zijn exameninstituut. De prijsopdrijving van de kosten kent haar oorsprong in de bemoeienis van het CBR met de rijopleiding. De door het CBR ontwikkelde RIS rijopleiding (Rijopleiding In Stappen), de Tussentijdse Toets én het CBR slagingspercentage zijn louter bedacht om de kosten op te drijven. Het lijkt wel een verdienmodel. Er is geen enkele aandacht voor de betaalbaarheid van de rijopleiding en dus van het rijbewijs’.
‘Examinatoren krijgen (bijna) standaard een Tesla als leaseauto en managers in Rijswijk rijden in Jaguars. De Tweede Kamer installeerde in 2021 een commissie die topambtenaren van de Belastingdienst, UWV en het CBR moesten ondervragen over hun gedrag en rol richting de burger. Bij de eerste twee is inmiddels al gebleken dat er sindsdien niets is veranderd: kijk naar de berichtgeving van de laatste dagen over de WIA uitkeringen bij het UWV. Bij het CBR zal het nog wel even duren voor de Tweede Kamer ontdekt dat het er nog steeds een chaos is en dat er grote maatschappelijke schade en ontwrichting is ontstaan door het falende beleid in Rijswijk!’