
Op grond van de Wet Open Overheid moet het CBR informatie openbaar maken over de Tussentijdse Toetsen die de Enschedese rijopleider Verkeersschool Brünen in 2022 heeft afgenomen. De werkwijze van de in opspraak geraakte Enschedese rijschool is al een tijdje onderwerp van journalistiek onderzoek. Uit de motivatie van het CBR blijkt dat Brünen wel bezwaar heeft gemaakt tegen openbaring, maar tevergeefs.
“Dit WOO verzoek is de eerste stap in een journalistiek onderzoek naar mogelijk misbruik van tussentijdse toetsen. Er wordt al sinds 2021 onderzoek gedaan in de regio naar misbruik van de examen capaciteit. Dit leidde op 8 maart vorig jaar al tot de mishandeling van een journalist door een van de eigenaren van de Enschedese verkeersschool en zeker dat voorval was aanleiding voor een aantal journalisten om dit tot op de bodem uit te zoeken” zegt een van de onderzoeksjournalisten.

De onderzoekers zeggen het vreemd te vinden dat een grote rijopleider in 2022 maar 14 tussentijdse toetsen heeft laten uitvoeren. En dus werd een WOO verzoek ingediend om te achterhalen hoeveel machtigingen er door leerlingen van Brünen in 2022 zijn afgegeven. “De namen van de leerlingen zijn niet interessant, maar als het er meer dan 14 of 25 zijn dan vragen wij ons af waarom Brünen de leerlingen wel een machtiging laat afgeven voor de Tussentijdse Toets, maar deze daar niet voor gebruikt.” Wij hebben wel een vermoeden, maar dat is de volgende stap.
“Juist die constatering, dat Brünen in 2022 maar 14 leerlingen een Tussentijdse Toets liet doen bij het CBR, was de reden voor het ‘achtervolgen’ van examenvoertuigen van met name de vier grote rijscholen. Immers kunnen alleen kandidaten die een Tussentijdse Toets hebben gedaan een vrijstelling krijgen voor de Bijzondere Verrichtingen tijdens het examen. Maar kandidaten in een Brünen lesauto doen geen Tussentijdse Toets en konden dus ook nooit een vrijstelling hebben. Toch viel tijdens het onderzoek op dat een fors aantal Brünen kandidaten geen Bijzondere Verrichtingen hoefden uit te voeren.” aldus een van de onderzoekers die meewerkte aan het spotten van de examens. “Het Kort Geding in Almelo bevestigde ons gelijk; hoewel Dagblad Tubantia de lezers een vals beeld schetste van de uitspraak. De rechter oordeelde dat het journalisten op basis van een wetsartikel, waarin de exameneisen staan beschreven, is toegestaan om hun journalistieke werk te doen, mits het achtervolgen niet structureel of onafgebroken plaatsvindt of het overige verkeer in gevaar brengt. Dat is nooit het geval geweest en zal vanaf september, als het spotten mogelijk weer wordt opgepakt, ook niet het geval zijn.”.
Het lijkt er op dat het onderzoek zich daarnaast onder andere richt op het feit dat op de website van het CBR een lijst staat met RIS rijinstructeurs in Twente, waarbij begin dit jaar opviel dat in vrijwel alle gemeenten een waslijst met Brünen instructeurs prijkte. “Ja, dat klopt en ja, dat is erg vreemd.” Want bij de RIS, de eigen opleiding van het CBR, is het verplicht om de derde toets, die het CBR ‘Tussentijdse Toets’ noemt, door het CBR te laten uitvoeren. “In het geval van de meest gepromote RIS rijschool blijkt dat dus al niet het geval”, zegt Pascal Hansen. Hansen is voorzitter van de VCBA; de consumentenvereniging. VCBA stelt zich op het standpunt dat het CBR niet toegestaan is om zelf een rijopleiding in stappen te exploiteren en te bevoordelen. Temeer niet omdat de RIS, welke het CBR zelfs als merknaam heeft vastgelegd, jonge mensen onnodig op hoge kosten jaagt.
“De Vereniging Consumentenbelang Autorijbewijs verdenkt het CBR en enkele grote Twentse rijopleiders ervan dat ze de markt verdeeld hebben in Twente. Het is opmerkelijk dat sinds kort op de website van het CBR de lijst met RIS instructeurs ingrijpend is aangepast. Rijschool Ezendam heeft in allerijl alle instructeurs laten omscholen tot RIS instructeur, is van Enschede naar Hengelo verhuisd en is volgens het CBR overzicht nu vrijwel de enige RIS opleider in Hengelo. Brünen is verdwenen uit alle Twentse gemeenten, tot voor kort prijkte Brünen in het recent aangepaste overzicht op de CBR website in vrijwel elke Twentse gemeente als dé RIS opleider, en heeft nu volgens het CBR de alleenheerschappij in Enschede. Maar door de Open Data die het CBR ieder kwartaal moet publiceren is nu al duidelijk dat Brünen helemaal niet volgens de RIS voorwaarden de rijopleiding uitvoert. Allemaal nep dus!”
En als je ziet en leest dat het Hoofd Juridische Zaken van het CBR in het WOO Besluit schrijft “heeft hij in deze periode daarnaast gebruik gemaakt van een eigen opgezette tussentijdse toets waardoor machtigingen en reserveringen van elkaar verschillen.” dan roept dat vraagtekens op. Want feitelijk moet een RIS rijschool verplicht de Tussentijdse Toets door het CBR laten uitvoeren. Dat behoort mevrouw van Noort, het Hoofd Juridische Zaken bij het CBR, te weten, Kennelijk kan Brünen doen wat ze het best uitkomt. En dus besluipt ons het gevoel dat het begrip RIS vanuit het CBR vooral bedoeld is om onderscheid te maken in hoe snel kandidaten een plekje krijgen voor een examen en als verdienmodel voor het CBR.. Wij hebben daar al bewijs voor. “Het CBR biedt voor RIS kandidaten op veel kortere termijn examens aan dan voor mensen die een traditionele rijopleiding volgen. En die Tussentijdse Toets is feitelijk geen taak die de wetgever het CBR heeft toebedeeld, maar slokt jaarlijks wel 100.000 examenplekken op. Onvoorstelbaar!”
Het VCBA heeft inmiddels de Autoriteit Consument & Markt ingeschakeld en een vijftal programmacommissies van politieke partijen een brandbrief gestuurd, omdat de RIS opleiding van het CBR volgens de consumentenvereniging misleidend is en feitelijk een ordinair verdienmodel is. Het is volgens VCBA vooral het CBR die de gemiddelde kosten van een rijbewijs onnodig omhoog stuwt.
Volgens de hoogste baas bij het ministerie is het niet eens een taak die de wetgever, de Tweede Kamer, heeft toebedeeld aan het CBR.