
De Autoriteit Consument & Markt is door de landelijke Vereniging Consumentenbelang Autorijbewijs gevraagd om een onderzoek te starten naar oneerlijke handelspraktijken door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. De vereniging heeft hiertoe besloten nadat uit de schriftelijke reactie vanuit de Directeur Generaal Mobiliteit en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat duidelijk werd dat er vanuit de beleidsmakers op het ministerie geen enkele actie verwacht hoeft te worden naar de handelswijze van het CBR.
“Ach het is ‘ the same old story ‘; ambtenaren die in de loop van de jaren in gezamenlijkheid hebben gezorgd voor een onbetrouwbare overheid zullen elkaar niet bekritiseren. Er veranderd niets binnen de overheid, ambtenaren leren niets van eerdere schandalen. Men is er in 25 jaar aan gewend geraakt dat je als hoge ambtenaar (ogenschijnlijk) onaantastbaar bent. Dat zien en lezen we ook in de reacties van Cees van der Burg, de hoogste baas binnen het Ministerie. Enkele maanden geleden richtte deze ministerie-baas zijn pijlen nog op een vernieuwend rijschoolconcept met het dreigement deze voor de rechter te slepen, omdat op de website een letterlijk citaat stond van een medewerkster van het Ministerie. De beelden van de uitspraken van deze medewerkster, Hoofd Verkeersveiligheid Geertje Hegeman van het ministerie, bevestigden echter het gelijk van de initiatiefnemers en sindsdien doet Cees van der Burg of zijn neus bloed.” zegt Pascal Hansen.

De Vereniging ConsumentenBelang Autorijbewijs heeft via www.klagenovercbr.nl en via social media dit jaar honderden klachten ontvangen van mensen die zonder machtiging van een bij het CBR ingeschreven rijschool probeerden een praktijkexamen B te reserveren. Ze moeten (ver) vooruit betalen, hebben vrijwel geen keuze uit data en tijden, worden geconfronteerd met veel langere wachttijden, kunnen geen WRM instructeur mee laten rijden tijdens het examen en krijgen een onbegrijpelijke ‘oproepkaart’ die leid tot veel misverstanden voorafgaand aan het praktijkexamen.
De melding over het CBR beperkt zich in eerste instantie tot de oneerlijke handelspraktijken die het CBR er op nahoudt als iemand een praktijkexamen B aanvraagt via de zogenaamde niet-geautomatiseerde route. Het CBR dwingt in feite aanvragers om een bij het CBR ingeschreven rijschool te machtigen om examens te reserveren. Maar dat is niet wat de wet voorschrijft en door de werkwijze van het CBR worden statushouders, leerlingen van niet bij het CBR ingeschreven rijscholen benadeeld en onnodig op extra kosten gejaagd. Ook wordt hen, anders dan kandidaten van ingeschreven rijscholen, de mogelijkheid ontnomen om een WRM instructeur achterin de examenauto mee te laten rijden en te kijken, waardoor na een negatief examenresultaat de instructeur niet samen met de kandidaat kan evalueren of verbeterpunten kan doornemen bij vervolglessen richting een volgende poging om het rijbewijs te halen. Uit recent eigen onderzoek van het CBR blijkt juist dat kandidaten die aanwezigheid erg belangrijk vinden.