Appie, zo noemen wij de Amsterdamse rij-instructeur en voormalig CBR examinator. Hij werkte slechts een korte periode als examinator bij het CBR, maar heeft jaren later nog steeds grote angst om zich uit te spreken over kwesties op en rond het CBR. Dat komt, naar eigen zeggen, omdat het CBR al sinds jaar en dag een hele forse boeteclausule in de arbeidscontracten van de examinatoren heeft staan.
“Ik krijg echt een hele zware boete als ik vertel hoe het er binnen het CBR af en toe aan toe gaat en waarom een eerlijke verdeling van examencapaciteit een probleem blijft” vertrouwd Appie ons toe. Hij is serieus bevreesd voor de financiële consequenties als hij ‘loslippig’ is over mogelijke misstanden. “De clausule blijft tot vijf jaar na uitdiensttreding geldig” zo vertelt Appie ons.
Die zwijgplicht en de bijhorende boeteclausule verklaren mogelijk waarom een deel van de examinatoren bij het CBR bang is voor de ‘baas’. Er zijn voorbeelden, waarbij examinatoren feitelijk op basis van de ambtseed zich zouden moeten uitspreken over misdragingen, maar dat niet durven.
Zeker als een examinator zijn of haar baan niet wil kwijtraken moet hij of zij de mond houden, de andere kant op kijken en soms zelfs mee liegen